Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet verontreiniging oppervlaktewateren

 

Artikel 38b
1
Voor zover de bevoegdheid van een bestuur van een waterschap tot verlening, weigering, wijziging of intrekking van een vergunning als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid, met betrekking tot een oppervlaktewater in beheer bij het Rijk van rechtswege is vervallen als gevolg van inwerkingtreding van de Wet van 30 januari 2002, houdende wijziging van enige bepalingen van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren in verband met de zuivering van stedelijk afvalwater en toekenning bevoegdheid aan waterschapsbesturen tot vergunningverlening (Stb. 2002, 202), wordt die bevoegdheid hersteld tot het tijdstip waarop met betrekking tot dat oppervlaktewater een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van kracht wordt.
2
In afwijking van het eerste lid wordt de bevoegdheid ten aanzien van de navolgende oppervlaktewateren in beheer bij het Rijk, voor zover gelegen binnen het gebied van de provincie Limburg, hersteld tot en met 31 maart 2003:
a
het Peelkanaal;
b
het Afleidingskanaal gelegen tussen het Peelkanaal en de rivier de Maas;
c
het winterbed van de rivier de Maas, met uitzondering van de met de rivier de Maas in open verbinding staande handel- en industriehavens te Wessem, Roermond, Venlo, Meerlo-Wanssum, Gennep en de Plemhavens te Maasbracht en Buggenum;
d
de met de rivier de Maas in open verbinding staande jachthavens voor zover gelegen buiten het winterbed;
e
de Oude Maas te Maasbracht en Horn en
f
de afgesneden Maasarmen te Asselt en Beesel.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •